Hallo!
Het is simpel: Ik zou graag met een paar woorden en een sassy wink iedereen op de grond laten vallen door de enorme overtuigingskracht die ik bezit.
Jammer. Heb ik niet.
Het is iets wat ik nog nooit heb gehad maar wat ik maar al te graag wil hebben.
Essays? Dikke streep. Debatteren? Mager zesje. Betogen? Houd op zeg.
Schrijven over het algemeen gaat me prima af. Ik vind het leuk om te schrijven, en vaak gaat de spelling ook goed.
Informeren vind ik leuk. Presentaties of opstellen schrijven gaat dan ook prima.
Maar zodra ik ook maar één woord op papier moet zetten of moet roepen die iets te maken heeft met "ik vind iets, dus jij ook", zak ik als een plumpudding in elkaar. Als een chocolaatje die te lang in de zon heeft gelezen.
Ik. Kan. Het. Gewoon. Niet.
En ik vind dat zo raar, want zoals ik al zei, ik vind presenteren geweldig en echt heel leuk. Wanneer ik iets tot op de bodem heb uitgezocht deel ik graag mijn kennis aan anderen. En dat doe ik niet omdat ik graag voor een groep mensen in de spotlight wil staan, maar omdat het me een kick geeft.
(Stiekem houd ik ook heel erg van presentaties maken...)
Alles wat met overtuigen te maken heeft gaat niet goed bij mij. Ik heb nog nooit hoger dan een 7 gehaald voor mijn overtuigingskills, waaruit ik langzaam de conclusie heb getrokken dat ze er niet zijn.
Misschien liggen ze nog ergens in Italië (van mijn vakantie in 2009) en heeft een gladde Italiaanse man ze inmiddels allang vermalen tot spaghetti.
En dan nu, de vraag, waarom?
Allereerst heb ik vaak geen uitgesproken mening over dingen. Ik belicht dingen vaak van twee kanten dus ik heb begrip voor eigenlijk alles.
Ten tweede, en dit moet ik echt even kwijt, want dit gebeurt me ECHT ALTIJD. Ik raak de draad kwijt. AL FREAKING TIJD.
Bij debatteren bouw ik het liefst een hut van mijn kladpapiertjes en bij betogen vergeet ik vaak waar ik iemand van moest overtuigen.
Zo hadden wij laatst, bij het debat, een vrije ronde. De tegenpartij begon met praten, maar het kwam niet binnen. Ik had niks om terug te zeggen, ik kon het gewoon niet verzinnen.
Bij betogen net zo, ik probeer men teveel uit te leggen. Om een mooie metafoor te maken: Ik klam me te lang en te stevig vast aan een houtje in de rivier, waarna ik weer een heel eind terug moet zwemmen.
Ten slotte denk ik dat mijn overtuigingsvaardigheden nooit echt zijn gestimuleerd. Het zit én niet echt in mijn genen én ik heb mezelf ook nog nooit enorm hoeven verdedigen.
Het gaat de laatste tijd zo goed, ik zit lekker in mijn vel en weet ik steeds vaker iets terug te zeggen naar irritante opmerkingen. Maar mijn argumenten blijven niet sterk gok ik maar, want ik heb nog nooit iemand aan mijn voeten kunnen leggen. Nog nooit.
(Behalve met judo op school, maar of dat echt telt weet ik niet, want mijn judomaatje woog wel 10 kilo minder....)
Tot schrijvens,
Floor
Geen opmerkingen:
Een reactie posten